Bron: De Stentor | door Erik Driessen. donderdag 29 juli 2010 | 07:00
Filet Americain, vleesvervangende panir en yoghurt met perzik-maracuja. Geen producten die mensen direct associëren met schapenmelk. Rene en Everdien De Lange uit Scheerwolde brengen ze onder de naam Weerribben Schapenzuivel al een paar jaar op de markt.
Ze komen beiden uit 'koeienfamilies'. Diep in hun hart zouden ze ook liever met die dieren werken, maar het agrarische lot besliste anders. Onder meer de superheffing zorgde ervoor dat een melkveebedrijf begin jaren negentig nauwelijks toekomst had. "We kochten daarom in 1992 een landvenershuisje in Wetering. Ik verdiende mijn geld met rietteelt en melkcontrole. Hobbymatig hadden we wat schapen", vertelt Rene. De melk ging naar een zuivelboerderij in Dwarsgracht.
De Mond- en Klauwzeercrisis aan het begin van deze eeuw veranderde veel. "Omdat we de melk niet mochten transporteren, begonnen we zelf te verwerken. Toen ontdekten we hoe arbeidsintensief dit werk is. Schapen melken kost veel meer tijd dan koeien of geiten. Mede daarom zijn er slechts veertig grote schapenhouders in Nederland, waarvan de helft net als wij op biologische basis."
De schapen bleven lang een bijverdienste. Uitbreiden in Wetering kon ook niet. "Tot bleek dat we moesten verkassen omdat we in een landherinrichtingsgebied woonden. Dankzij een verhuizing naar Scheerwolde konden we door groeien. We hebben nu vierhonderd schapen", vertelt Everdien.
En een schitterend bedrijf. Deels gefinancierd met Europese gelden. "Daarvoor kwamen we als innovatief bedrijf in aanmerking, vooral vanwege bijzondere producten zoals de filet americain."
Sindsdien levert Weerribben Schapenzuivel aan onder meer natuurwinkels. Dagelijks rollen bestellingen binnen. René houdt zich met de schapen bezig, Everdien met de verwerking en alle bijkomende zaken. Dat zijn er nogal wat, zo blijkt tijdens een rondleiding. De familie laat de machines zien waarmee ze kaas, feta en yoghurt kunnen maken. Everdien opent een deur naar het kaasmagazijn. Honderden kazen liggen daar te rijpen. Of de markt voor schapenproducten groeit, durft Rene niet te zeggen. "Wel zie je een trend naar duurzame en biologische producten. Verder moeten we het hebben van mensen met een koeienmelkallergie. Wij onderscheiden ons in de sector met een breed assortiment. Die ontwikkelen we in overleg met een zuivelconsulent, die precies weet waarop de markt wacht." Ze willen continue nieuwe producten ontwikkelen. IJs is mogelijk de volgende innovatie. "Je moet een product in de markt durven zetten, dan creëer je vanzelf nieuwe verkoopkanalen."
Zorgen zijn er ook. Q-koorts resulteert mogelijk in een melktekort. "We mochten lang geen nieuwe lammeren aanvoeren, waardoor we het maximale uit onze schapen moeten halen. Als het fokverbod is opgeheven, duurt het maanden voordat we de melkcyclus weer op orde hebben. Ik voorzie dit najaar een probleem", zegt Rene.
Het zijn zorgen voor morgen. De familie gaat koffie drinken. Vanaf het eigen terras heeft het gezin een schitterend uitzicht over weilanden, het Steenwijker Diep en de bossen rondom de Weerribben. Een schapenboer geniet echter niet lang. Hij heeft wel wat beters te doen.